Kim blogt: tips voor de beginnende fietser

19.04.2018

“Een fiets in je leven is zoals een nieuw lief: in het begin is het een beetje zoeken, elkaar aftasten, ook je leven een beetje reorganiseren”
 

Door Kim Verhaeghe voor Bike to Work (een initiatief van de Fietsersbond)

genieten van fietsen

De dag begint voor mij pas echt op de fiets, wanneer ik mijn stalen ros van onder zijn nachtelijk dekzeil haal, hem van zijn slot ontdoe en mijn voeten in de pedalen hijs. Daarna volgt mijn dagelijks ochtendlijk half uurtje vakantie tussen ontbijttafel en kantoor. En ’s avonds mag ik nog  eens! Ik vind het heerlijk om van op mijn kleine prinses de indrukken uit de omgeving te laten binnenstromen. Vaders en moeders loodsen hun kroost met een nerveus vertrouwen door het drukke stadsverkeer. Duo’s fietsen elleboog aan elleboog, keuvelend, alsof ze samen aan de ontbijttafel zitten. En in de zomer steeds korter opwaaiende jurkjes.

Toegegeven, die indrukken zijn niet altijd even aangenaam. Op weg naar mijn allereerste sollicitatie smakte ik bijvoorbeeld tegen de kasseien, waardoor het leek alsof ik net een pak slaag had gekregen. Er was die lekke band, waarop ik niet was voorbereid, ergens ver weg in niemandsland, en meer dan eens zoeven gehaaste wagens irritant dicht langs mijn lijf. Toch kan ik nog altijd niet begrijpen waarom iemand een ander vervoermiddel dan de fiets zou kiezen om zich naar het werk te verplaatsen. Ik bespaar geld, tijd, stress en vermijd een dik achterwerk.  Na de werkdag waait het fietsen mijn hersenen schoon, en dankzij de fietsvergoeding hangt er aan elk loonbriefje een etentje voor twee. Maar vooral: fietsen vind ik buitengewoon plezant.

Maar ja, hoe begin je eraan? Een fiets in je leven is zoals een nieuw lief: in het begin is het een beetje zoeken, elkaar aftasten, ook je leven een beetje reorganiseren. Geef het tijd. Bedenk na elke rit wat aangenamer had gekund. Als er iets niet vlot draait, smeer dan wat olie. Maak het jezelf makkelijk. Zorg dat fietsgerief - regenkledij, handschoenen, fietstassen, platte-banden-noodkit, lampjes, boodschappentas, fietsslot (en sleutels) … - altijd voor het grijpen ligt. De meeste van die zaken zitten gewoon altijd in mijn (draagbare) fietstas. Het lijkt veel gedoe, maar ik erger me er nooit aan. Integendeel, fietsen is zo veel leuker als je op zo veel mogelijk scenario’s bent voorbereid.

Denk ook na over je route. Volg niet blindelings de wegen waarlangs je met de wagen ook zou rijden. Fietsers hebben vaak meer keuze. De routes waarlangs ik naar mijn werk fiets, heb ik voor het kiezen: ga ik – lekker hardcore – dwars door de stad waar wagens zich in polonaise naar binnen boren, of maak ik een rustig ommetje langs het fietspad naast de Schelde? De eerste optie is de kortste, maar ook de minst prettige. Bovendien betekent het ommetje niet dat ik per definitie later op het werk arriveer. Integendeel zelfs. Ik heb er veel minder last van verkeerslichten, druk verkeer, dubbelparkeerders of bushaltes, en het uitzicht is er stukken aangenamer. Niet altijd, maar heel vaak, brengen die alternatieve kronkelbaantjes je op je bestemming. Hoe je ze vindt? Verzamel straten. Niet alleen de hoofdwegen, maar ook de kleine steegjes, de binnenwegjes, parkpaden, of kalme residentiële wijken.

Verken de buurt, durf verkeerd te rijden. Spreek met andere fietsers over de wegen die zij het liefst nemen en welke ze vermijden. En nu je toch aan het praten bent: vraag alles wat je wil weten over je fietsrit naar het werk. Fietsers delen met plezier hun ervaringen. Mijn belangrijkste tip: begin eraan. Wacht niet op mooi weer of een motiverende televisiespot. Neem je fiets uit de stalling, zet de banden hard, controleer de remmen, en vertrek! Na het eerste obstakel worden alle volgende steeds kleiner, tot ze uiteindelijk verdwijnen. Na enige tijd weet je niet meer wat je aanvankelijk tegenhield, en zijn het de collega’s die jou vol verbazing vragen: “Ben je met de fiets gekomen?!” Dan klinkt: “Tuurlijk! Hoe anders?”

 
Photo credits: Pexels.com