Mobiliteitsbeleid in België: Hoe het duurzaamheidsdiscours wordt vertaald in niet-duurzame oplossingen

05.09.2016

In een artikel uit Transport Policy 53 (artikel verschenen op 5 september 2016) stellen Kobe Boussauw (mobiliteitspersoonlijkheid 2015) en Thomas Vanoutrive de zogenaamde orthodoxe visie op duurzame mobiliteit in vraag, een visie die terug te vinden is in heel wat beleidsdocumenten.

Dit doen ze door deze te confronteren met twee mogelijk problematische aspecten: (1) de voortdurende drang naar groei, en (2) de kwestie van sociale rechtvaardigheid. Op basis van zeven gevalstudies (zie onder) uit België, een land met een belangrijke pendelcultuur en een van oudsher multimodaal georganiseerd vervoersysteem, tonen ze aan dat de vertaling van een duurzaamheidsdiscours in beleidsdaden vaak leidt tot realisaties die in essentie als niet-duurzaam kunnen worden bestempeld. Enerzijds gaat het om het promoten van duurzame vervoerswijzen waarbij tegelijkertijd niet-duurzaam transport wordt gestimuleerd, zoals bijvoorbeeld het geval is bij het beter bereikbaar maken van luchthavens per spoor. Anderzijds verwijzen ze naar gevallen waarbij subsidies voor duurzame vervoerswijzen voornamelijk bij het rijkere deel van de bevolking terechtkomen, terwijl armere groepen gedwongen worden tot bijkomende vervoersuitgaven. De gevalstudies behandelen verschillende stappen in de beleidsprocessen: (1) de probleemdefinitie en selectie van indicatoren, (2) de keuze van een specifieke oplossing, en (3) het ontwerp van de gekozen plannen en programma’s, en illustreren de mechanismen die aan de basis liggen van de waargenomen doelverplaatsingen.

 

7 cases

 

Voortdurende drang naar groei

Case 1. De keuze van indicatoren om uitstoottrends te meten houdt geen rekening met (het toenemend) vliegtuiggebruik.

Case 2. De toegang per spoor naar de luchthaven verbeteren - spoorinvesteringen ondersteunen de groei van de luchtvaartsector.

Case 3. Renovatie van het station Gent-Sint-Pieters zorgt voor een betere autobereikbaarheid van stedelijke voorzieningen.

Case 4. Gratis openbaar vervoer zorgt voor een beter marktaandeel, weliswaar ten koste van het aandeel fietsers en voetgangers.

Sociale rechtvaardigheid 

Case 5. Ondersteunen van milieuvriendelijk pendelen door fiscale en financiële incentives is vooral ten voordele van werknemers met de best betaalde jobs.

Case 6. Maatregelen die voertuigkenmerken beïnvloeden (verbieden van oude diesels in milieuzones en het subsidiëren van elektrische voertuigen) benadelen de armsten en subsidiëren de rijksten.

Case 7. Het aanpakken van brandstofconsumptie is vooral nadelig voor inwoners van armere regio's omdat zij verder moeten pendelen.

 

Het volledige artikel

Mis je de dialogen uit "Het mobielste land ter wereld"? Jammer genoeg is dit artikel tegen betaling.