Onderweg naar vrouwvriendelijke duurzame mobiliteit

08.03.2021

Op 8 maart is het Internationale Vrouwendag. In dit artikel kijken we hoe vrouwen zich verplaatsen en of er iets bestaat als ‘vrouwvriendelijke’ mobiliteit. We baseren ons op internationaal onderzoek en cijfers uit het Onderzoek VerplaatsingsGedrag Vlaanderen (OVG 5.5).

vrouwen 1

Een ander mobiliteitspatroon

Vrouwen hebben een ander mobiliteitspatroon dan mannen. Daar zijn heel wat redenen voor. Een eerste reden is dat vrouwen nog altijd 75% van de onbezoldigde zorgtaken in de wereld doen. Een tweede reden is dat er nog steeds een loonkloof tussen mannen en vrouwen is, in Europa bedraagt die ongeveer 15%.  
 
Internationaal verplaatsingsonderzoek stelt dat vrouwen zich vaker verplaatsen dan mannen, maar minder ver. In het OVG5.5 verplaatsten vrouwen zich gemiddeld 28,27 kilometer per dag, mannen 43,83 kilometer, qua aantal verplaatsingen per dag is er in het OVG5.5 nagenoeg geen verschil tussen man (2,43) en vrouw (2,41). Dat is logisch omdat vrouwen meer zorgtaken opnemen, zoals het begeleiden van de kinderen naar school, winkelen, huishoudelijke administratieve taken afhandelen … We zien dit klassieke rollenpatroon terug in de Vlaamse cijfers.

Mannen verplaatsen zich vaker naar het werk, voor zakelijke verplaatsingen en voor recreatie. Vrouwen verplaatsen zich vaker om te winkelen (vooral boodschappen doen blijft een taak voor vrouwen) en voor diensten. Ook blijkt dat vrouwen zich vaak verplaatsen ten dienste van iemand anders om iets of iemand weg te brengen of te halen. De verplaatsingsmotieven van vrouwen zijn vaak gelinkt aan hun zorgtaken. Een bijkomende vaststelling op basis van die motieven is dat vrouwen vaker onderweg zijn met ballast (wat ook blijkt uit onderzoek), of het nu kinderen, kinderwagens of boodschappentassen zijn.

man-vrouw motief

Bron: OVG5.5: verdeling van verplaatsingen volgens geslacht en motief

Een ander mobiliteitsprofiel

Vrouwen hebben een ander mobiliteitsprofiel dan mannen. Vrouwen hebben minder vaak een rijbewijs dan mannen, in Vlaanderen hebben 88,66% van de mannen een rijbewijs en 78,24% van de vrouwen. De kloof wordt echter langzaam kleiner. 
 
Vrouwen kiezen voor andere vervoermiddelen. Vrouwen zijn vaker gebruikers van het openbaar vervoer dan mannen en ze gaan ook vaker te voet. In OVG 5.5 fietsen vrouwen ook vaker dan mannen. In vorige OVG’s was dit niet altijd het geval en in internationaal onderzoek lezen we dat vrouwen vaak minder fietsen dan mannen. In Nederland zien we echter dat vrouwen ook vaker fietsen dan mannen, wat er op kan wijzen dat fietsen ook bij ons steeds beter ingeburgerd raakt als ‘normaal’ vervoermiddel. Ook de opkomst van de e-fiets is misschien gelinkt aan het hogere fietsgebruik bij vrouwen. Nederlandse vrouwen gebruiken vaker de e-fiets dan mannen.

man-vrouw modus

Bron: OVG5.5: verdeling van verplaatsingen volgens geslacht en (hoofd)vervoermiddel

vrouw passagier

Qua autogebruik zijn vrouwen in verhouding tot mannen vaker passagier dan bestuurder. Daarmee bevestigt het onderzoek verplaatsingsgedrag het klassieke rollenpatroon met de man aan het stuur. Mannen denken dat ze betere chauffeurs zijn dan vrouwen (“zeg niet te gauw, het is weer een vrouw” of het iets meer beeldende “vrouw aan het stuur, bloed aan de muur”). Uit studies blijkt echter dat vrouwen minder ongevallen veroorzaken dan mannen. Logischerwijs betalen vrouwen minder voor een autoverzekering dan mannen, al beweren kwade (mannen)tongen dat de oorzaak is dat mannen kiezen voor duurdere auto’s.

De combinatie van die (onbetaalde) zorgtaken en een (betaalde) job en de daarmee gepaard gaande tijdsdruk zorgt dat vrouwen ook meer ketenverplaatsingen dan mannen doen: na het werk worden de kinderen eerst opgehaald om dan nog even boodschappen te doen alvorens naar huis te gaan. Vaak kiezen vrouwen voor een multimodale oplossing voor deze ketenverplaatsingen, bijvoorbeeld een stuk openbaar vervoer en een stuk te voet.

Sociale onveiligheid

Vrouwen voelen zich vaak kwetsbaar en onveilig als weggebruiker, zeker in bepaalde omstandigheden zoals wanneer ze alleen ‘s nachts onderweg zijn. Daardoor zijn ze niet alleen voorzichtiger (mannen veroorzaken meer verkeersongevallen), maar dat beïnvloedt ook hun routekeuze en vervoermiddelkeuze. Vrouwen vermijden plaatsen waar ze alleen zijn, zoals slecht verlichte straten, parken, verlaten metrostations of ondergrondse parkings. Ook de last mile, tussen parking of openbaarvervoerhalte en finale bestemming zorgt voor hoofdbrekens. Vrouwen en meisjes vermijden vaak om alleen het openbaar vervoer in steden te gebruiken omdat ze er lastig gevallen worden.

Te weinig aandacht voor gender issues in mobiliteit

Tot voor kort was er weinig aandacht voor de ongelijkheid tussen man en vrouw in mobiliteit. Daar komt nu zo langzamerhand verandering in. Dat zie je onder meer in de onderzoekswereld waar steeds meer vrouwen actief zijn en ook samen concreet werken rond het thema.

vrouwen multimodaal

Ook in België krijgen vrouwen steeds meer prominente plaatsen in de mobiliteitssector. Waar het 20 jaar geleden eerder uitzonderlijk was dat vrouwen prominent in het debat aanwezig waren, nemen ze nu steeds vaker het voortouw en hebben ze steeds vaker zelf de touwtjes in handen. In 2017 werd Sophie Dutordoir baas bij de NMBS, de eerste vrouw in die positie. Sinds begin 2021 is Ann Schoubs directeur-generaal bij De Lijn, de tweede vrouw in die positie, na Ingrid Lieten die van 2002 tot 2009 De Lijn leidde  en daarna Vlaams minister werd. Ook de MIVB krijgt in 2021 een vrouw (mee) aan het roer: Tamara De Bruecker wordt er adjunct-directeur.

De veranderingen zie je nog niet meteen op het terrein. Maar door vrouwen steeds meer een stem in te geven in het mobiliteitsbeleid, zowel in onderzoek als in leidinggevende functies, is de transitie naar een vrouwvriendelijke en meteen ook een meer rechtvaardige mobiliteit ingezet.

Met dit artikel helpen wij de duurzame ontwikkelingsdoelen