Onze analyse - Verkiezingsprogramma N-VA

08.05.2019

Het verkiezingsprogramma van de N-VA telt 94 bladzijden en het confederalisme blijft de kern van het NVA-programma.

N-VA wil een Vlaanderen dat veilig, vrij en verantwoordelijk is.

Duurzaamheid komt voor de N-VA onder de vorm van rentmeesterschap. “De N-VA heeft  de ambitie om de lucht- en waterkwaliteit in Vlaanderen verder te verbeteren, de biodiversiteit verder te versterken, onze natuur nog meer te vrijwaren en om nog meer en betere alternatieven voor fossiele brandstoffen te zoeken.”

Verminderen

N-VA ziet het belang in van een goede ruimtelijke ordening (“Ruimtelijk beleid voeren, betekent de juiste keuzes maken zodat we onze kinderen een aangenaam en leefbaar Vlaanderen nalaten.”) maar legt niet meteen de link naar het verminderen van de vraag naar mobiliteit. Sterker nog: sturend optreden wordt in vraag gesteld: “We moeten de ruimtelijke ontwikkelingen in Vlaanderen verantwoord beheren, zonder betutteling of moraliserend vingertje.”

Efficiënter ruimtegebruik “door in te zetten op kwalitatieve en slimme verdichting en het activeren van onderbenutte terreinen” wordt aangemoedigd en ondersteund door fiscaliteit. De ‘betonstop’ (niet bij deze naam genoemd) is daar onderdeel van: “Zo bouwen we het bijkomend ruimtebeslag af en roepen het een halt toe vanaf 2040.”

Verdichting en stadsontwikkeling zijn belangrijke instrumenten, maar “betekent niet dat iedereen in de stad moet gaan wonen”. Dat kan ook door onze landelijke kernen te versterken: “Levenskwaliteit, publieke ruimte en groenblauwe verbindingen in onze kernen, evenals voldoende aanbod van voorzieningen, scholen en verzorgingsinstellingen zijn essentieel”.

Verschuiven

Het leidend principe voor N-VA is ‘combimobiliteit’: “die álle aspecten van ons verplaatsingsgedrag erkent”. Dat houdt in dat N-VA mensen wil verleiden de auto te laten staan maar “Zelfs met een alternatief aanbod voor handen, zullen heel wat Vlamingen nog geen andere keuze hebben dan de auto te nemen. Daarom investeren we zowel in weginfrastructuur als alternatieven voor de wagen. Combimobiliteit is geen anti-autobeleid maar een anders-autobeleid.”

Openbaar vervoer is belangrijk en moet “veel beter zodat ze de toets in een concurrentiële markt op elk vlak doorstaan: comfort, klantgerichtheid, snelheid en maatschappelijke kost”.

Het treinnet is daarbij de ruggengraat en via basisbereikbaarheid en het vervoer op maat wordt het “aanbod van de NMBS en De Lijn aan[gevuld] met nieuwe fijnmazige mobiliteitsdiensten”. De vervoerregio’s en mobipunten spelen daarin een rol. Er komt een uniform ticket/abonnement voor alle vormen van gedeeld en openbaar vervoer.

Ook de fiets is belangrijk: “Vlaanderen wordt hét fietsland bij uitstek in Europa. We brachten de investeringen al op recordniveau en gaan op dat elan verder”. Naast infrastructurele ingrepen wordt ook de wetgeving hervormd.
De bekende ‘Blue Bikes’ vervellen tot Yellow Bikes: een veel uitgebreider systeem van (ook elektrische) deelfietsen.

Verkeersveiligheid is een topprioriteit: 

  • rijbewijs met punten
  • digitaliseren aanrijdingsformulier voor betere statistieken
  • in schoolomgevingen wordt ingezet op schoolstraten, “ingangen van scholen aan drukke (gewest)wegen werken we maximaal weg”.
  • minder gelijkgrondse treinoverwegen

Voor goederenvervoer ziet N-VA wel mogelijkheden in een modal shift (zonder dit woord te gebruiken): “We ontlasten ons wegennet verder door in te zetten op goederenvervoer via water of spoor en brengen goederen op hun finale bestemming via innovatieve methoden.”

Verschonen

N-VA zet in op betere luchtkwaliteit:

  • stimuleren van steden om een lage-emissiezone te creëren in het stadscentrum 
  • inzetten in op emissievrij openbaar vervoer in de stadscentra en stimuleren emissievrije levering aan handelszaken
  • Via het mobiliteitsbeleid een reductie van het aantal gereden kilometers.

Sterk verlaagde arbeidsbelastingen moeten het interessanter maken te verlonen met loon in plaats van met bedrijfswagens. Vlaanderen moet alle instrumenten in handen krijgen om een gezond en coherent mobiliteitsbeleid te kunnen voeren.

N-VA voert een “een kilometerheffing voor alle voertuigen in, gedifferentieerd naar plaats, tijdstip en milieukenmerken van het voertuig”. Doelstelling is om de files aan te pakken en buitenlandse weggebruikers mee te laten betalen.

Daarnaast zorgt N-VA voor een “flexibel kader voor zelfrijdende auto’s” en faciliteert N-VA “deelsystemen voor motorische en niet-motorische voertuigen”.

N-VA kiest voor een en-en-beleid: “Om de fileproblemen op te lossen, moeten we niet enkel werk maken van alternatieven voor de wagen, maar ook van de nodige infrastructuur. We leggen een investeringsnorm vast die ons in staat stelt de infrastructuur te onderhouden, te verbeteren of uit te breiden. We verbeteren de wegverbindingen op de plaatsen waar heel Vlaanderen nu stil staat. We werken zogenaamde missing links weg.”