Fietsveiligheid door de ogen van jongeren

11.03.2022

Dit is een gastartikel door Sien Benoit, doctoraatsstudent Vakgroep Geografie en Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen, Universiteit Gent.

 

Hoe we fietsveiligheid meten is niet hetzelfde als hoe we fietsveiligheid ervaren. Dat vinden ook Vlaamse jongeren die dagelijks de fiets nemen naar school. Zij ondervinden elke dag hoe veilig of onveilig hun route van thuis naar school is voor fietsers, maar tot voor kort was er geen manier om die expertise te delen met onderzoekers of beleidsmakers. Het burgerwetenschapsproject ‘De Fietsbarometer’ brengt hier verandering in en leidt tot vernieuwende resultaten in mobiliteitsonderzoek.

 

Jongeren als experts van hun schoolroute

De Fietsbarometer is een webplatform waarop jongeren hun route van thuis naar school tekenen op een digitale kaart. Vervolgens geven ze hun mening over de fietsveiligheid langs die route. Ze doen dit door scores te geven van 0 tot 10 over hoe veilig zij specifieke kruispunten en wegen ervaren (Figuur 1). Ze scoren ook allerlei elementen in de omgeving (of omgevingsfactoren) die een rol kunnen spelen bij hun fietsveiligheidsgevoel, zoals de verkeersdrukte, de afstand tussen fietsers en het autoverkeer, de kwaliteit van het wegdek, de verlichting en de hinder door andere weggebruikers. Vorig schooljaar werden zo meer dan 2 000 schoolroutes van jongeren over heel Vlaanderen ingetekend (Figuur 2), goed voor meer dan 6 000 km aan beoordeelde wegen en 20 000 beoordelingen van kruispunten.

fietsbarometer-lijn

Figuur 1: Op het webplatform van de Fietsbarometer beoordelen jongeren wegen en kruispunten op hun woon-schoolroute door scores te geven van 0 (onveilig) tot 10 (veilig).

Analyses op drie niveaus: routes, wegsegmenten en kruispunten

Dankzij de Fietsbarometer weten we niet alleen waar jongeren zich veilig of onveilig voelen op de fiets, we kunnen ook weten waarom dat zo is. Daarvoor werd de invloed van verschillende omgevingsfactoren op de fietsveiligheidsscores van de jongeren onderzocht. Dit gebeurde op drie zoomniveaus. Scores voor volledige routes, scores voor wegsegmenten en scores voor kruispunten werden apart onder de loep genomen. Bovendien werden de effecten van zowel subjectief beoordeelde als objectief gemeten omgevingsfactoren in rekening gebracht. Jongeren beoordeelden bijvoorbeeld de verkeersdrukte op een kruispunt door een score te geven van 0 (heel druk) tot 10 (heel rustig). Daarnaast werd voor dat kruispunt de verkeersdrukte objectief gemeten door het aantal auto’s per uur op het kruispunt te tellen. Andere voorbeelden van objectieve omgevingsfactoren zijn de verkeerssnelheid, de verlichting, het type en de breedte van de fietsinfrastructuur, en de aanwezigheid van obstakels zoals tramsporen en zijstraten.

 

Minder verkeersdrukte en veiligere fietsinfrastructuur

Omgevingsfactoren die bij de drie niveaus en zowel objectief gemeten als subjectief gescoord het sterkst naar voor komen, zijn verkeersdrukte en fietsinfrastructuur. Als jongeren het gevoel hebben dat het verkeer erg druk is, maar ook als er effectief meer auto’s per uur zijn, voelen jongeren zich minder veilig. Daarnaast vinden jongeren dat goede fietsinfrastructuur hen ook veiliger doet voelen op de fiets. Meer specifiek geven fietspaden zonder autoverkeer en afgescheiden fietspaden een beter fietsveiligheidsgevoel, terwijl aanliggende fietspaden of de afwezigheid van een fietspad jongeren een onveilig gevoel geven. Fietsstraten blijken geen positief of negatief effect te hebben op het fietsveiligheidsgevoel van jongeren. Andere factoren die zowel subjectief als objectief gemeten een negatief effect hebben op de fietsveiligheidsscores zijn obstakels zoals rails en zijstraten, en hoge snelheden van het gemotoriseerd verkeer. Een goede verlichting zorgt er dan weer voor dat jongeren een kruispunt of weg als veilig ervaren. Uit de analyse van subjectief gescoorde factoren blijkt het gevoel om veilig te kunnen oversteken op kruispunten een belangrijk effect te hebben. Het aantal armen op een kruispunt kan hier een rol in spelen. Uit de studie met objectieve variabelen komt namelijk voort dat meer armen op een kruispunt een onveiliger gevoel geven. Toch kiest een minderheid van de jongeren bewust voor een route die afwijkt van de kortste weg naar school, ook al voelen ze zich langs die kortste route minder veilig. 30% van de jongeren verkiest om samen met anderen te fietsen, en iets meer dan een kwart kiest een route met minder of trager verkeer waardoor ze hun route veiliger scoren.

 

 

 

fietsbarometer-routes

Figuur 2: Overzicht van de fietsroutes in Vlaanderen, geregistreerd via de Fietsbarometer. De inzetkaart zoomt in op de fietsroutes naar het Don Boscocollege in Zwijnaarde (Gent). De kleur toont de subjectieve fietsveiligheid van elke route.

Wacht niet op ongevallen, luister naar de fietsers

Zowel bij de routes, de beoordeelde wegen als de kruispunten werd een relatie vastgesteld tussen de fietsveiligheidsscores en het aantal fietsongevallen. Dat toont aan dat hoe we fietsveiligheid ervaren een indicatie geeft voor objectieve fietsveiligheid. Als we fietsveiligheid willen aanpakken, hoeven we dus niet te wachten tot er ongelukken gebeuren, maar moeten we durven luisteren naar wie zich elke dag met de fiets in het verkeer begeeft. Met burgerwetenschapsprojecten zoals de Fietsbarometer krijgen fietsers de tools om hun stem te laten horen.