Mijlpalen van de mobiliteit (3) De uitvinding van het openbaar vervoer
Miguel Vertriest schreef voor het vakblad "Verkeersspecialist" de canon van de mobiliteit. Hij neemt je mee langs de negen belangrijkste mijlpalen van de mobiliteit. De derde mijlpaal is de uitvinding van het openbaar vervoer.
De Middeleeuwen slaan we over, voor de derde mijlpaal komen we in het 17e eeuwse Parijs terecht. Daar vindt Blaise Pascal het openbaar vervoer uit.
Blaise Pascal, een genie met een gouden hart
Blaise Pascal, geboren in 1623 als een provinciaal uit Clermont-Ferrand, heeft zijn stempel op de geschiedenis gedrukt. Zowel een eenheid van druk als een van de eerste programmeertalen zijn naar hem vernoemd. Hij bouwde ook een van de eerste mechanische rekenmachines als 19-jarige (de pascaline). Hij werd ook bekend als filosoof en was overtuigd katholiek. Hij overleed op 39-jarige leeftijd, enkele maanden nadat hij de eerste openbaarvervoermaatschappij oprichtte. Voor zijn dood verdeelde hij al zijn bezittingen onder de armen. Postuum verschijnt een bundeling van zijn schrijfsels, “Pensées”, waarin hij vertrekt vanuit de gedachte: “Tout le malheur des hommes vient d'une seule chose, qui est de ne savoir pas demeurer en repos dans une chambre.”
Les carrosses à cinq sols
Geruggensteund door een aantal edelen startte Blaise Pascal in 1662 de dienst “les carrosses à cinq sols”. De koetsen reden op vaste tijdstippen (om de 7,5 minuten op de eerste lijn), langs vaste haltes en aan een vaste prijs per persoon (‘cinq sols’). Ze reden zelfs als er geen reizigers waren. Vier paarden trokken de koetsen waarin acht reizigers pasten. De koetsier en een lakei droegen een herkenbaar uniform. Daarmee was het concept openbaar vervoer zoals we het vandaag kennen geboren. Tot dan was er in de steden enkel privévervoer of huurkoetsen. Parijs, toentertijd een half miljoen inwoners, had te kampen met hongersnood en de straten waren vuil en onveilig. Dankzij de koetsen konden ook mensen met beperkte middelen veilig door de stad reizen. Koning Louis XIV kende het bedrijf een monopolie op hun dienstverlening toe.
De eerste lijn verbond Porte Saint-Antoine met Palais du Luxembourg. In de daaropvolgende maanden startten nog 4 andere lijnen. De vierde lijn was een ringlijn en doorkruiste elk Parijs quartier. Amper een maand na de start van de vijfde lijn overleed Pascal. De winst werd geïnvesteerd in nieuwe voertuigen en ging naar goede doelen. Toch was de startup niet louter een succesverhaal. Het Parijse parlement verbood de toegang van hele bevolkingsgroepen, zoals soldaten, ambachtslui en lakeien, om het comfort en de vrijheid van de bourgeoisie te vrijwaren. De Parijse bevolking was hier niet gelukkig mee en er braken gewelddadige protesten uit. Doordat minder mensen gebruik konden maken van het openbaar vervoer, was ook een tariefstijging noodzakelijk. Op die manier verdwenen langzaam de succeselementen.
Openbaar vervoer terug in de vergeethoek
In 1677 stopte het aanbod als openbaar vervoer en in 1691 verdween het bedrijf dat Pascal oprichtte helemaal. Het duurde tot 1828 voordat er weer openbaar vervoer was in Parijs. Vanaf de 17e eeuw zien we enkele schuchtere pogingen om openbaar vervoer te introduceren: Christiaan Huygens probeerde het Parijse voorbeeld te volgen in Amsterdam. Hij vond de vering uit, maar het Amsterdamse stratenpatroon stond een succesvolle exploitatie in de weg. Ook door middel van trekschuiten was er personenvervoer met vaste frequenties. Maar een echte doorbraak van het openbaar vervoer kwam er pas in de 19e eeuw, vooral met dank aan het spoor.