OVG 5.2: Moeder, waarom verplaatsen we ons?

08.03.2018

Waarom verplaatsen we ons? Recreatief verkeer is het belangrijkste verplaatsingsmotief, zowel naar aantal verplaatsingen als naar kilometer.

Gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag in OVG5.2

Net zoals in de voorgaande OVG's blijken recreatieve verplaatsingen (30,49%) belangrijker dan werk- en schoolgerelateerde (29,24%) of winkelen/diensten (24,95%).

Ten opzichte van OVG5.1 verplaatsen we ons iets minder vaak per dag (2,63 keer t.o.v. 2,72). Die daling werd vooral veroorzaakt door minder werkverplaatsingen en minder verplaatsingen voor winkelen of diensten. De oorzaak daarvan is vooral terug te vinden in economische en demografische factoren (zoals bijvoorbeeld vergrijzing). Het zou interessant zijn om te zien wat de invloed is van nieuwe tendens in het werken (thuiswerk) en winkelen (e-commerce).

 

Verplaatsingsmotief (aantal verplaatsingen)

Al lang zijn onze recreatieve verplaatsingen belangrijker dan functionele verplaatsingen. Dit dringt nog steeds niet tot iedereen door. 

Mobiliteit is sterk tijdsgebonden. Op verschillende tijdstippen is de verdeling van de verplaatsingsmotieven sterk verschillend. 's Morgens om 6u is 87,22% van de verplaatsingen functioneel (zakelijke verplaatsingen, werken en onderwijs volgen) ten opzichte van 29,24% van de verplaatsingen als je de hele dag beschouwt. Hetzelfde geldt voor winkelen en diensten: om 10u is het aandeel 50,03% van alle verplaatsingen (t.o.v. 24,95% op 24u). Recreatieve verplaatsingen zijn sterker vertegenwoordigd 's avonds (en uiteraard het weekend) met een aandeel van 60,16% om 19u (t.o.v. 30,49%).

Verplaatsingsmotief op basis van tijdstip

Gemiddeld aantal kilometer per persoon per dag in OVG5.2 (van <1000 km)

Omdat verplaatsingen over lange afstanden de resultaten sterk kunnen beïnvloeden worden verplaatsingen van meer dan 1.000 km eruit gefilterd. Kanttekening is dat bij OVG5.2 welgeteld 1 verplaatsing van meer dan 1.000 km werd geregistreerd (wat de beperktheid van dit onderzoek illustreert). In OVG5.1 waren er 6 verplaatsingen van meer dan 1.000 km. De invloed wordt duidelijk als je OVG5.1 en 5.2 vergelijkt: met alle verplaatsingen (incl. >1.000 km) legde de Vlaming in OVG5.1 dagelijks 46,13 km af, zonder outliers (enkel <1.000 km) 37,95 km. Voor OVG 5.2 is dit verschil veel beperkter: 39,89 km (incl. >1.000 km) t.o.v. 36,95 km (excl. >1.000 km).

 

Verplaatsingsmotief (afgelegde afstanden)

Op basis van een vergelijking van bovenstaande grafieken kun je afleiden welke motieven de langste verplaatsingen veroorzaken. Vooral voor functionele verplaatsingen ('werken', 'zakelijke verplaatsingen') en recreatief  ('ontspanning, sport en cultuur') leggen we lange verplaatsingen af.

De gemiddelde woon-werkafstand (bij beroepsactieven) is 19,56 km. Dat ligt een stuk hoger dan in onze buurlanden.