OVG 5.5: koning Auto en prins e-fiets

11.12.2020

Dit artikel maakt deel uit van onze reeks over het Onderzoek Verplaatsingsgedrag 5.5 (OVG 5.5 - cijfers grotendeels verzameld in 2019) en zoomt in op modal split. 

 

Modal split

De modal split wordt meestal op 2 manieren geanalyseerd: enerzijds op basis van het aantal verplaatsingen, anderzijds op basis van het aantal kilometer. 'Trage' modi (fiets en te voet) halen een hoger aandeel als je kijkt naar het aandeel verplaatsingen. Logisch: het zijn verplaatsingen over korte afstanden. Als je kijkt naar het aantal afgelegde kilometer scoren snelle modi, zoals trein en auto, een stuk beter: binnen eenzelfde tijdsbestek worden hiermee veel grotere afstanden afgelegd. Zowel frequentie van gebruik als gemiddeld aantal kilometer per verplaatsing spelen hier dus een rol.

55-modalsplit

Illustratie Departement Mobiliteit en Openbare Werken

Modal split volgens aantal verplaatsingen


Bijna twee derde van de verplaatsingen wordt met de auto afgelegd, hetzij als bestuurder (47,61%), hetzij als passagier (17,40%). Bijna 7% van de verplaatsingen wordt met het openbaar vervoer afgelegd, 14,19% per (elektrische) fiets (2,85% van alle verplaatsingen is met de elektrische fiets, het aandeel e-fiets blijft stijgen, terwijl het aandeel van de gewone fiets afnam van 13,88% in OVG 5.4 naar 11,34% in OVG 5.5) en 12,34% te voet. 

55-modal split gavpppd

De modal split is significant gewijzigd ten opzichte van OVG 5.4. Het aandeel auto, trein, bus/tram/metro zijn significant gestegen, het aandeel (e-)fiets gezakt. Het is belangrijk de evolutie van modal split over een langere termijn te bekijken en niet te snel conclusies te trekken. Vorig jaar haalde de fiets het hoogste aandeel ooit, dit jaar zijn we terug naar ‘af’. 

De onderzoekers vinden dit niet verrassend: het verplaatsingsgedrag van de Vlamingen is doorheen de tijd heel stabiel. Al vaker werd een significante stijging of daling waargenomen die zich het jaar daarop niet doorzette.

55-modalsplit evolutie

Intermezzo: hoofdvervoerswijze en voor- en natransport

In het OVG wordt enkel het hoofdvervoermiddel (= vervoermiddel waarmee de grootste afstand van een verplaatsing wordt afgelegd) van een verplaatsing bekeken. Neem je de fiets naar het station, stap je daar op de trein en leg je de last mile naar je werk op de deelstep af, dan wordt die verplaatsing als een treinverplaatsing geregistreerd. De typische modi gebruikt bij voor- en natransport (te voet, fiets, bus en tram) verdwijnen zo deels onder de radar. De hoofdvervoerwijze (vaak de trein) komt zo iets prominenter in beeld. 
Het voor- en natransport wordt gedomineerd door verplaatsingen te voet.

55 voor en na

Grafiek Instituut voor Mobiliteit, november 2020

Intermezzo: combimobiliteit

Uit OVG 5.5 blijkt dat 92,17% van alle verplaatsingen uit 1 enkele rit bestaat, de combimobiliteit anno 2019 bedraagt 7,83%. In vorige OVG’s (van OVG 5.1 tem OVG 5.4 was dat respectievelijk: 6,5%; 7,4%; 6,9% en 6,87%) zien we dat dit steeds rond dit aandeel schommelt. Combimobiliteit is voorlopig zeer sterk gecorreleerd is met het gebruik van openbaar vervoer. Treinverplaatsingen gaan bijna altijd gepaard met voor- en natransport.
Kanttekening: wanneer we verschillende doelen combineren en daarvoor verschillende vervoermiddelen gebruiken spreken we over een ketenverplaatsing (en is dit niet geregistreerd als combimobiliteit).
 

Modal split volgens het aantal kilometer

De auto (bestuurder + passagier) neemt drie kwart van alle kilometer voor zijn rekening. Over langere termijn en wanneer we vliegreizen niet meerekenen is dit vrij stabiel. ‘Snelle’ modi (zoals trein en auto) hebben een belangrijker aandeel in het aantal kilometer dan ‘trage’ modi (te voet en met de fiets), omdat die snelle modi nu eenmaal vooral gebruikt worden om grote afstanden te overbruggen. Dat zie je duidelijk bij de trein: 9,79% van het aantal kilometer voor slechts 2,59% van het aantal verplaatsingen en bij de auto: 74,96% van het aantal kilometer voor 65,01% van de verplaatsingen.
 
Dat verklaart ook waarom de ‘trage’ modi te voet (1,60%) en fiets (4,65%) een beperkt aandeel hebben in het aantal kilometer ten opzichte van het aantal verplaatsingen (resp. 12,34% en 14,19%).

55-modalsplit gakpppd

Door de vertekening ten gevolge van vliegreizen kun je niet veel zeggen over de evolutie doorheen de OVG’s. De opkomst van de elektrische fiets zorgt (voorlopig?) nog niet voor een grote toename van het aantal fietskilometers. Op basis van de cijfers kunnen we dus niet zeggen dat de elektrische fiets verplaatsingen van auto of bus/tram/metro vervangt. 

55-modalsplit gakpppd evolutie