OVG5.3: Zeg me waar je woont ...

05.06.2019

Dit artikel maakt deel uit van onze reeks over het Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG 5.3 - cijfers grotendeels verzameld in 2017) en zoomt in op de invloed van de woonplaats. Bekijk ook het overzicht van alle thema's.


Zeg me waar je woont...

… en ik zeg je hoe je je verplaatst.

Waar we wonen heeft een sterke invloed op hoe, hoe vaak en hoe ver we ons verplaatsen. Inwoners van steden stappen en fietsen meer dan plattelandsbewoners, dat weten we al langer. De cijfers van het OVG tonen dit ook aan. 

De opdeling gehanteerd in het OVG 5.3 is gebaseerd op de gebiedsgerichte opdeling van gemeenten in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Dat is een zeer ruwe opdeling, gezien inwoners van ‘grootstedelijk gebied’ ook zeer landelijk kunnen wonen en inwoners van het ‘buitengebied’ in de kern van een gemeente met een IC-trein kunnen wonen (bv. in Aalter).
 

Bezit van vervoermiddelen

De meest voorkomende vervoermiddelen zijn (in deze volgorde): auto, fiets en elektrische fiets. Bestelwagens, bromfietsen en motorfietsen komen minder frequent voor (in Vlaanderen minder dan 0,1 per gezin).

Inwoners van centrumgemeenten in grootstedelijk gebied en regionaalstedelijk gebied bezitten minder vervoermiddelen dan inwoners van andere gemeenten, zowel auto’s als fietsen. 

De onderzoekers van het OVG verklaren dit door de nabijheid van faciliteiten, waardoor veel activiteiten te voet kunnen worden afgelegd. Daarnaast stellen ze dat in de steden een beter aanbod van openbaar vervoer is. Een bijkomende verklaring is dat in die steden een groot aanbod van gedeelde mobiliteit (deelauto en deelfiets) aanwezig is, waardoor het bezit ervan minder noodzakelijk is. 

Opvallend is dat het bezit van voertuigen vooral in de randgemeenten van grootstedelijke en regionaalstedelijke gebieden het hoogst ligt. Dat zou een gevolg kunnen zijn van een hoger inkomen of vermogen in deze gebieden.

vervoermiddelen per gezin volgens type woonplaats

Rijbewijsbezit

Het rijbewijsbezit ligt overal hoog in Vlaanderen. Het buikgevoel dat het rijbewijsbezit in steden lager ligt dan in landelijke gebied wordt bevestigd.

Het rijbewijsbezit is lager dan gemiddeld in het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel en in de grootstedelijk en regionaalstedelijk gebied centrumgemeenten.

rijbewijs volgens type woonplaats

Aantal verplaatsingen en kilometers op basis van type woonplaats

Wat aantal verplaatsingen betreft zien we dat alle gebieden dicht bij het gemiddeld aantal verplaatsingen aanleunen. De enige uitzonderingen zijn de randgemeenten van het grootstedelijk gebied.

Een mogelijke verklaring daarvoor is dat daar een groter aandeel van de niet-beroepsactieve bevolking woont. In het bijzonder de leeftijdklassen 13-17 en 65+ doen gemiddeld minder verplaatsingen dan de rest van de bevolking.
 

aantal verplaatsingen volgens type woonplaats

Wat het aantal kilometer betreft, is het niet mogelijk conclusies te trekken. De reden daarvoor is dat vliegreizen van <1.000 kilometer die in de bevraging opgenomen zijn zorgen voor een flinke vertekening.

De cijfers illustreren wel de stelling van Kobe Boussauw: stadsbewoners vliegen vaker en de duurzaamheidswinst die ze door doordeweekse kortere verplaatsingen boeken gaat zo helemaal verloren (Stadsmens onderweg: een duurzaamheidsparadox). 

aantal kilometer volgens type woonplaats

Modal split volgens het type woonplaats

De auto heeft het laagste aandeel in de centrumgemeenten van het grootstedelijk gebied. Dat wisten we al langer. Er zijn verschillende oorzaken: lager autobezit, meer file, meer parkeerproblemen, hogere nabijheid, aanwezigheid van openbaar vervoer en deelmobiliteit … 

De trein wordt het vaakst gebruikt in structuurondersteunend kleinstedelijk gebied. Een plausibele verklaring is dat veel van die gemeenten langsheen sterke treinassen liggen.

Bus/tram/metro scoren vooral goed in grootstedelijk gebied. Daar hebben ze ook het meest uitgebreide netwerk, de hoogste frequentie en de grootste amplitude. Opvallend is dat het buitengebied op de 2e plaats komt voor Bus/Tram/Trein en sterker scoort dan regionaalstedelijk gebied centrumgemeenten.

De fiets scoort vooral slecht in het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel. Dat heeft een aantal oorzaken: het reliëf, een ruimtelijke ordening die vertrekt vanuit automobiliteit, een gebrek aan fietsinfrastructuur; … De fiets doet het goed in de centrumgemeenten van het grootstedelijk en regionaalstedelijk gebied. Dat valt te verklaren door een combinatie van nabijheid en congestie.

In de centrumgemeenten grootstedelijk gebied wordt het meest gestapt. Nabijheid van voorzieningen is daarvan de voornaamste oorzaak. In randgemeenten grootstedelijk gebied en regionaalstedelijk gebied wordt het minst gestapt. Deze gebieden zijn het sterkst op maat van de auto ingericht.

Nvdr: tabel 5 OVG5.3 bevat een tikfout: autobestuurder in regionaalstedelijk gebied = 55,93% ipv 55,39%

modal split op basis van woonplaats