Stand van zaken basisbereikbaarheid - december 2022

12.12.2022

Afgelopen maanden kwam de invoering van basisbereikbaarheid terug in een stroomversnelling. Genoeg om een stand van zaken op te maken en vooruit te kijken naar de komende maanden en jaren.

Terug meer bevoegdheden voor De Lijn

Middenin de zomer van 2022 berichtte Lydia Peeters dat basisbereikbaarheid toch vroeger uitgerold wordt dan voorzien.

Om dat mogelijk te maken krijgt De Lijn een veel grotere rol in de uitrol van basisbereikbaarheid. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat het departement Mobiliteit en Openbare Werken (verder: MOW) de regie in handen zou nemen, De Lijn was in de oorspronkelijke plannen enkel nog de interne exploitant voor het kern- en aanvullend net. De koerswijziging werd verankerd is in het OpenbaarDienstenContract 2023-2027 van De Lijn. De Lijn krijgt de rol van Beheerder van het VervoerSysteem (verder: BVS) krijgt. Dat heeft een aantal consequenties:

  • De Lijn stelt de Mobiliteitscentrale aan (een overheidsopdracht die uitgevoerd wordt door VIA)
  • De Lijn zal instaan voor de exploitatie van het vervoer op maat (naast het kern- en aanvullend net)
  • De Lijn bepaalt de tarieven voor het kern- en aanvullend net, met uitzondering van de sociale tarieven . De vervoerregio’s zouden nog steeds beslissen over het vervoer op maat, maar de tarieven van De Lijn geven toegang tot de flexbussen (de opvolger van de belbus). 

Kanttekening: juridisch zullen deze taken niet bij De Lijn liggen, maar bij de interne exploitant, die voor 10 jaar is aangesteld, tot 2030. Wanneer er geen interne exploitant wordt aangesteld komen deze taken bij de Vlaamse Regering.

De rol van de vervoerregio’s en de opdeling van het vervoersnet in 4 lagen (treinnet - kernnet - aanvullend net - vervoer op maat) wijzigt niet.

Nood aan aangepaste regelgeving

Deze wijzigingen vragen een aanpassing van het decreet basisbereikbaarheid. De verschuiving van de bevoegdheden van MOW naar De Lijn zal geregeld worden in het verzameldecreet MOW III (dat is een decreet dat verschillende wijzigingen bundelt, soms ook vuilbakdecreet genoemd). 
De tweede wijziging aan het decreet basisbereikbaarheid is voorzien in verzameldecreet MOW IV. Het gaat over wijzigingen rond gegevensverwerking, mobiliteitsindicatiestelling (wie heeft recht op welke vormen van vervoer?) en administratieve boetes.

Een ander recent decreet, dat van de Vervoersautoriteit (25/02/2022) kan waarschijnlijk helemaal de vuilbak in. De Lijn zal als BVS instaan voor de boekhoudkundige en financiële handelingen en niet langer de Vervoersautoriteit. Wat de Vervoersautoriteit (als onderdeel van MOW) wel zal doen is monitoring en evaluatie van contracten, de regie van de Hoppinpunten, evaluatie van het bestaande aanbod, de mobiliteitsindicatiestelling en wat andere taken. Als bevoegde overheid heeft MOW de formele oprichting van een Vervoersautoriteit niet nodig.

Invoering vanaf 1/1/23 in heel wat fases

Oorspronkelijk was het de bedoeling basisbereikbaarheid met een ‘big bang’ te laten starten: alles ineens. Dit bleek praktisch niet haalbaar en daarom wordt nu geopteerd voor een gefaseerde uitrol. Er is voorzien 2 keer per jaar wijzigingen aan het aanbod door te voeren.

  • Sinds eind november loopt een proef met de Mobiliteitscentrale/Hoppincentrale (de termen worden door elkaar gebruikt) in het belbusgebied Klein-Brabant (Puurs-Sint-Amands), waarin boekingen en rittenplanning wordt getest.
  • Fase 0 start op 1 januari 2023 (op 7 januari 2023 in Oost-Vlaanderen of correcter in vervoerregio’s Gent, Aalst, Waasland en Vlaamse Ardennen) en behelst een 50-tal beperkte wijzigingen “quick wins” verspreid over de 15 vervoerregio’s. Al deze wijzigingen zijn in lijn met de door de vervoerregioraad goedgekeurde vervoersplannen. Het betreft aanpassingen van de reisweg (of varianten), de frequentie of om de efficiëntie te verhogen.
    Reizigersorganisatie TreinTramBus start met een meldpunt om de gevolgen van de wijzigingen aan het aanbod te capteren. Je positieve of negatieve bevindingen kun je kwijt via dit formulier.
  • Fase 1 start op 1/7/2023. Het betreft een eerste pakket aanpassingen op het kern- en/of aanvullend net (rechttrekken reisweg, schrappen van haltes, …). Het nieuwe stadsnet van Brugge (e-midibussen) gaat van start. De planning van alle belbussen wordt ingekanteld in de Mobiliteitscentrale.
  • Fase 2 start vanaf 2024 en bestaat uit meer aanpassingen aan kern- en aanvullend net, nu wordt ook aansluiting gemaakt op vervoer op maat. Januari 2024 starten de nieuwe uitvoerders van het flexvervoer (enkel voor open gebruikers). 
  • Leerlingenvervoer (buitengewoon onderwijs) blijft voorlopig een taak van De Lijn.
  • Het Flex+ doelgroepenvervoer (reizigers met een beperking) start ten vroegste in 2025. Eind 2022 zou de Vlaamse Regering de verlenging van de werking van de MAV’s en DAV’s besluiten tot 31 december 2024. Vanaf 1 januari 2025 zal De Lijn dan instaan voor het aangepast vervoer.

Deelmobiliteit als onderdeel van vervoer op maat?

De integratie van deelmobiliteit in vervoer op maat verloopt niet van een leien dakje. Er zijn nog heel wat onduidelijkheden en het ontbreekt aan concrete verwezenlijkingen. 
De Mobiliteitscentrale wordt een open en transparant platform voor zo veel mogelijk deelmobiliteitsaanbieders. 
Er wordt volop ingezet op deelmobiliteit op locaties waar het aanbod regulier openbaar vervoer ondermaats is. Op korte termijn wordt een (tijdelijke?) oplossing via Blue-bike gezocht, op middellange termijn komt er een subsidie- en financieringskader uitgewerkt door MOW.

Conclusie: terug naar af na 7 jaar?

Ondanks meerdere decreten en 20 tot 25 uitvoeringsbesluiten staan we op het terrein eigenlijk geen stap verder dan in 2015 wanneer er in het regeerakkoord voor het eerst sprake was van basisbereikbaarheid. Waar de overheid dacht efficiëntiewinsten te boeken door taken van De Lijn naar MOW over te hevelen, komen die nu grotendeels terug terecht bij De Lijn omdat de overheid er niet in slaagde ze uit te voeren.

Het voornaamste element van basisbereikbaarheid dat overeind blijft is de overlegstructuur die vastgelegd is in de vervoerregio’s. In 2023 zouden de regionale mobiliteitsplannen finaal moeten landen, maar dat zal het onderwerp zijn van een volgende update.

Er blijven dus nog heel wat vragen onbeantwoord: naar timing (in welke fase gebeurt welke wijziging), naar de tarieven van vervoer op maat (behalve de flexbus), de uitrol van deelmobiliteit, … 

Meer lezen over basisbereikbaarheid?