Verslag boekvoorstelling en recensie "Het mobielste land ter wereld"

02.05.2014

Op 30 april 2014 zakten ruim 100 soon-to-be adepten af naar het Geuzenhuis in Gent om Kobe Boussauw (Universiteit Gent) en Thomas Vanoutrive (Universiteit Antwerpen) hun nieuwe boek 'Het mobielste land ter wereld' te horen voorstellen. Het evenement was al een week vooraf volzet, maar iedereen slaagde er nog in een zitplaatsje te vinden.

 

Verslag

Eva De Meyst, coördinator van het Netwerk Duurzame Mobiliteit hield een kort welkomstwoord waarna Dirk Lauwers, professor aan de universiteiten van Gent en Antwerpen in exact 18 minuten de sprekers en het belang van de interactie tussen onderzoek en samenleving voorstelde.

Kobe Boussauw (Universiteit Gent) en Thomas Vanoutrive (Universiteit Antwerpen) beginnen aan de voorstelling met een aantal minder voor de hand liggende stellingen. In het boek zijn er 13 hoofdstukken, tijdens de voorstelling komen er 4 aan bod. Voor de goede orde, dit zijn stellingen van de auteurs, niet van het Netwerk Duurzame Mobiliteit!

Files zijn goed voor de economie. Zonder het fileverkeer was onze economie 5 tot 26,5% kleiner. Mensen in steden zijn immers productiever dan buiten de steden en files ontstaan doordat mensen zich verplaatsen naar die steden. Als iedereen zou werken waar hij woont, lag de productiviteit lager, maar zouden er ook geen files meer zijn. Het economisch verlies door de file, zoals het in de media zo vaak omschreven wordt, is dus eigenlijk een illusie. Net zoals het vergelijken van de verliesuren in een file met de reistijd van vlot verkeer tijdens de spits.

Is een stadsbewoner duurzamer? Volgens Thomas en Kobe niet noodzakelijk, in tegenstelling tot wat meestal beweerd wordt door de Banisters van deze wereld. Duurzaam gedrag wordt vooral bepaald door de bevolkingsdichtheid, hoe dichter je op elkaar woont (Hong Kong) hoe minder de auto als alternatief in aanmerking komt. Maar zelfs al zou de Vlaamse stadsbewoner zich vaker met de fiets of het openbaar vervoer verplaatsen, dan is er nog het reboundeffect. De stadsbewoner vindt dat zijn/haar inspanning voor een duurzame mobiliteit al geleverd is en daarom is de vliegvakantie zeker verdiend. Vliegen is overigens het verplaatsingsmotief met de sterkste groei en is nog steeds taksvrij.

Pendelhelden veroorzaken fietsweduwen. De 'moedige' fietser die dagelijks 73 kilometer pendelt laat zijn vrouw thuis achter met de zorg voor de kinderen. Daardoor kan ze niet anders dan beroep doen op een auto om de kinderen naar school te brengen, te winkelen en eventueel zelf ook te gaan werken. Wie zijn wij (of het communicatievehikel van een smeerkaasproducent) om te zeggen dat mama 'slecht' is en papa het 'goed' doet? Hetzelfde geldt voor wie een nagelnieuwe elektrische auto in de garage heeft staan. Doet die het zoveel beter dan de persoon met een tweedehandse Clio? Of heeft die gewoon meer centen om te bewijzen dat hij het 'goed' doet.

Zijn de grenzen aan de groei bereikt? De titel van het boek is een verwijzing naar 'Het lelijkste land ter wereld' van Renaat Braem, mei-68-literatuur, voorloper van de reactie tegen het autodenken. Peak travel en de BREVER-wet passeren de revue. Verkeer groeit mee met het aanbod, extra infrastructuur ontsluit de latente vraag. Welk aandeel van de huidige capaciteit is nu al opgevuld met vraag die er niet zou zijn als je riem aansnoert? Of gaan we toch meer weg aanleggen, zodat we extra file kunnen creëren en zo de economische groei aanzwengelen? Duurzame mobiliteit is een mythe, lijkt de conclusie van de auteurs te zijn.

 

Recensie

Meer dan een boek over mobiliteit is het boek een moraalfilosofisch tractaat doorspekt met wetenswaardigheden over mobiliteit. De rode draad doorheen het boek is niet de strijd tussen 'goed' en 'slecht' (of tussen fiets en auto), maar de vraag wat nu eigenlijk 'goed' of 'slecht' is (hoe omgaan met vervoersmiddelen). Doordat het in dialoogvorm opgesteld is, leest het doorgaans zeer vlot. Toch een beetje jammer dat de feitjes er soms bij de haren bijgesleurd worden. De auteurs zijn het ook vrijwel altijd met elkaar eens en daardoor komen de dialogen nogal schoolmeesterachtig over, een beetje meer controverse had gemogen. Het is natuurlijk wel een ideale manier om heel wat denkers en basiswerken over het thema duurzame mobiliteit in een boek te verzamelen en daarom vergeef ik het de auteurs graag, zeker omdat er ook een werkstukje van mij is tussen gesukkeld...

Ik zou het boek vooral willen aanbevelen bij mensen die zich willen verdiepen in duurzame mobiliteit en op zoek zijn naar een lijst met interessante basisdocumenten en auteurs, maar ook aan beleidsmakers die het domein wel kennen, maar nog te vaak vastgeroest zijn in bepaalde denkpatronen. Wat niet wil zeggen dat ik het altijd eens ben met de stellingen die Thomas en Kobe poneren, toch zijn ze de moeite om er eens letterlijk en figuurlijk bij stil te staan.

Je kunt het boek bestellen en je vindt het ook in tal van boekhandels, zoals de Standaard boekhandel, Limerick, JNM-winkel, ...