De 6 D's van bereikbaarheid
Met de gemeenteraadsverkiezingen aan de horizon (14 oktober 2018) is het thema lokale bereikbaarheid een speerpunt voor het Netwerk Duurzame Mobiliteit. Bereikbaarheid wordt volgens de Balans van de Leefomgeving (NL, 2016, pdf) bepaald door 3 factoren: nabijheid, snelheid en beschikbaarheid van vervoermiddelen. Nabijheid is voor ons het belangrijkste element: snelheid speelt geen rol als de afstand klein is en nabijheid is een randvoorwaarde om je te voet of met de fiets te kunnen verplaatsen. Dit artikel gaat in op de ruimtelijke ontwerpprincipes die de bereikbaarheid bepalen: de 6 D’s.
Density (dichtheid)
Een hogere bebouwingsdichtheid zorgt voor meer nabijheid en dat resulteert in meer verplaatsingen te voet en met de fiets. Daarnaast is het een voorwaarde voor efficiënt openbaar vervoer. Hoe hoger dichtheid van een stad hoe lager het autogebruik en vaak ook autobezit. Bond Beter Leefmilieu bundelde 30 recepten voor kernversterking, met heel wat Vlaamse best practices.
Een vergelijking tussen de dichtheid van verschillende steden leert hoe groot het effect kan zijn: ondanks een gelijkaardig aantal inwoners, is de CO2-uitstoot door transport in Atlanta 10 keer meer dan die in Barcelona. En je kunt moeilijk beweren dat Barcelona geen aantrekkingskracht heeft voor toeristen.
Diversity (functiemenging)
Een goede mix van functies is belangrijk voor de vitaliteit van een wijk, gemeente of stad, wist Jane Jacobs al. Zo heb je op elk moment van de dag mensen op straat en dat geeft een gevoel van sociale veiligheid.
Het mengen van winkelen en wonen heeft een sterke invloed op de vervoerswijzekeuze, volgens onderzoek van de UGent. Veel winkels in het centrum of kern zorgen voor veel wandelaars en fietsers, winkelcentra buiten de stad daarentegen leiden tot meer autoafhankelijkheid.
Design (ontwerp)
De inrichting van de publieke ruimte heeft een sterke invloed op de bereikbaarheid. Wanneer er goede infrastructuur beschikbaar is (zoals aantrekkelijke trajecten voor voetgangers of veilige fietspaden voor fietsers) wordt ze vaker gebruikt. Volgens onderzoek is een kleine maaswijdte (kleine of doorsteekbare woonblokken) dé bepalende factor voor bereikbaarheid. Alweer wat Jane Jacobs 50 jaar geleden schreef en illustreerde:
Destination accessibility (bereikbaarheid van de bestemming)
De bereikbaarheid van de bestemming (werk, winkel) verhogen heeft een veel grotere impact op afgelegde afstanden en vervoerswijzekeuze dan de bereikbaarheid van de woning verhogen. Recent zien we in Vlaanderen een aantal bestemmingen op moeilijk bereikbare locaties opduiken, zoals ziekenhuizen. Nochtans blijkt een slechte ligging van een ziekenhuis nefast voor de autoafhankelijkheid.
Distance to transit (afstand tot openbaar vervoer)
Nieuwe bestemmingen worden het best ontwikkeld in de nabijheid van openbaarvervoerknooppunten (Transit Oriented Development). Door enkel nog nieuwe ontwikkelingen toe te staan op locaties met een hoge knooppuntwaarde verhoog je de bereikbaarheid.
Demand management (verkeersmanagement)
Een groot aanbod van parkeerplaatsen op de bestemming, lage parkeertarieven, gratis openbaar vervoer, … beïnvloeden de bereikbaarheid met een bepaalde modus. Verkeersmanagement beïnvloedt de aantrekkelijkheid van bepaalde modi en stuurt zo een bepaalde richting uit. Zo kunnen Park and Rides zorgen voor minder openbaarvervoerkilometers en meer autokilometers, maar verhogen ze uiteraard wel de bereikbaarheid van de bestemming.
Een 7e D? Draagvlak!
Je kunt de 6 D’s niet los van elkaar bekijken en vaak versterken ze elkaar onderling. Maar uiteraard zijn het niet de 6 ruimtelijke ontwerpprincipes die de doorslag geven. Uiteindelijk blijven het mensen die zich gaan verplaatsen, waarvan het gedrag mee bepaald wordt door socio-economische en demografische kenmerken en persoonlijke voorkeuren die niet noodzakelijk rationeel zijn.
Dit artikel verscheen in de nieuwsbrief duurzame mobiliteit 65 van 2 mei 2017.
MV