Bouwbedrijf verplicht werknemers met tram te komen

03.01.2019

“Bouwbedrijf verplicht werknemers om met de tram naar werf in Antwerpen te komen.” Deze krantenkop illustreert waar bouwbedrijf Denys naar streeft: minder hinder voor de omgeving. Én duurzame mobiliteit bevorderen wanneer het kan. Meer dan een kwart van de werknemers komt met de fiets naar het kantoor in Wondelgem. We spraken met Karen Vuylsteke, assistente van de afdelingen Gebouwen & Burgerlijke Bouwkunde en Kabels&Leidingen, zelf fervent woon-werkfietser. Enthousiast doet ze haar verhaal.

 

Bouwbedrijf Denys is een grote naam in de bouwwereld. Als multidisciplinaire groep is het wereldwijd actief in bouwwerken, water, energie, mobiliteit, restauratie en speciale technieken. En dat al sinds de jaren twintig. Waar het begon met enkel waterwerken (inmiddels vooral in Afrika), is Denys  uitgegroeid tot een veelgevraagde partner voor bouw- en infrastructuurwerken in Europa, Afrika en het Midden-Oosten. In België zorgt het onder andere voor de restauratie van de Handelsbeurs in Antwerpen, het Justitiepaleis, Bozar en de Muntschouwburg in Brussel, voor de bouw van scholen in het kader van het Scholen Van Morgen-project en voor de aanleg van verschillende aardgasvervoerleidingen.

 

Kwart werknemers neemt de fiets

Veiligheid en milieu zijn belangrijke topics bij elk Denys-project, ook intern voor de medewerkers. Begin 2018 werd het fietsproject gelanceerd. Oorspronkelijk om het aantal auto’s te verminderen, gezien de beperkte parkeermogelijkheden bij het hoofdkantoor. Maar geleidelijk vanuit de overtuiging, van medewerkers tot en met algemeen directeur, dat zeker wie op minder dan vijf kilometer woont beter met de fiets naar het werk pendelt.

Om de medewerkers te stimuleren en het fietsen te faciliteren werkte het bedrijf een pakket uit: een bedrag waarmee werknemers fietsaccessoires kunnen aanschaffen, een fietsvergoeding, tweemaal per jaar fietsonderhoud, mogelijkheid tot fietsleasing, een fietsenstalling met laadpunten, douches en lockers. En dat werkt. Sommige collega’s komen helemaal met de fiets, anderen parkeren de wagen aan de rand van de stad en gaan verder met de plooi- of koersfiets. Er zijn ook fietsen op het bedrijf zelf beschikbaar. Moet een afdelingshoofd elders vergaderen, dan neemt die de fiets.

De dertig kilometer enkele reis van haar woon-werktraject schrikt Karen Vuylsteke niet af. “Het is de ideale uitlaatklep, ik heb zo mijn dagelijkse beweging en met de wagen zou ik momenteel even lang onderweg zijn. Mijn traject is ook heel aangenaam, het grootste stuk is langs de Vaart. Enkel de laatste twintig minuten zijn niet echt veilig. Ik moet een gevaarlijk kruispunt over en daarna via een smal fietspad langs een drukke weg. Vanuit het Vlaamse Gewest gaan ze normaal de Industrieweg opnieuw aanleggen. We hopen dat er dan ook een fietspad komt.”

 

Duurzaam op en naar de werf

Ook op de werven is er aandacht voor duurzaam verplaatsen. Waar mogelijk parkeren arbeiders hun busjes aan de rand van de stad en vervolgen ze hun traject met het openbaar vervoer. Het is sneller, geeft minder stress en zorgt voor minder overlast voor de buurt. Op de werf zelf nemen de collega’s eveneens de fiets. Zoals op de foto waar de werfleiding op pijpleidingprojecten de fiets neemt om het lange tracé af te gaan.

Is er ook aandacht voor signalisatie en omleidingen voor fietsers en voetgangers bij werven? Zeker, bevestigt Karen. “We drukken de werfleiders op het hart dat ze hinder voor die groepen zoveel mogelijk moeten beperken. We hebben een intranet waarop we tips en goede praktijkvoorbeelden beschikbaar stellen. Natuurlijk heb je de theorie en is er daarnaast de praktijk en kan je soms niet anders dan soms eens tijdelijk ergens lossen en laden. Maar onze medewerkers zijn voldoende ingelicht en inspecteurs controleren de werven.”

 

Met de fiets naar de werf