14/03/2017: modal split
Modal split is de verkeerskundige term die aangeeft welke vervoersmiddelen in welke mate gebruikt worden.
OVG5.1 heeft alvast een nieuwtje: de elektrische fiets. In onze grafieken voegen we die toe aan een ander vervoermiddel: de fiets. Dat doen we in eerste instantie omdat de cijfers vrij beperkt zijn (0,81% van de verplaatsingen en 0,175 km) en ten tweede om de cijfers vergelijkbaar te houden met voorgaande onderzoeken. Voor alle duidelijkheid geven we hier nog even aan welke modi we opnemen: te voet (idem OVG5.1), fiets ('fiets' + 'elektrische fiets'), bus/tram/metro ('lijnbus' + 'tram of metro'), trein (idem OVG5.1), brom/motorfiets ('brom-/snorfiets' + 'motorrijder/passagier'), auto ('autobestuurder' + 'autopassagier'), ander ('autocar' + 'ander').
Modal split op basis van aantal verplaatsingen
Je kunt niet tegenspreken dat de auto het dominante vervoermiddel is. Zo'n 70% van de verplaatsingen worden als autobestuurder of autopassagier gedaan. De enige vervoermiddelen die nog een aandeel van meer dan 10% van de verplaatsingen halen zijn de fiets en te voet. Kanttekening is dat deze cijfers sterk variëren op basis van locatie. Als je naar de grootsteden kijkt, heeft de auto een aandeel van ongeveer 40% (bestuurder + passagier), te voet 25%, de fiets 17%, de bus 8% en de tram 7% (OVG5.1 - tabellenrapport: tabel 108). Gezien de Vlaming ook voor korte verplaatsingen vaak naar de auto grijpt (de helft van de verplaatsingen <3 km gebeurt met de auto) is het niet de nabijheid, maar vooral de omgeving die een rol speelt bij moduskeuze. In onze sterk gespreide en gesuburbaniseerde regio is dat een teken aan de wand voor de modal shift naar meer duurzame vervoermiddelen.
De daling van het aandeel fiets is significant t.o.v. OVG4.5. Een van de oorzaken is de opname van de 'nieuwe' modus elektrische fiets. Op basis hiervan kun je als hypothese stellen dat de elektrische fiets in plaats van de fiets (en misschien ook de bus) komt en niet in plaats van de auto.
Bromfietsen en motorfietsen krijgen zware klappen in OVG5.1. Samen komen ze niet aan 0,5%. Ook de (lijn)bus gaat achteruit. 1 verplaatsing op 50 gebeurt met de bus. Het aantal kilometer met de bus neemt wel (niet-significant) toe. Verschillende aannames zijn mogelijk: 1) de gewijzigde tariefstructuur - 60 min ticket in plaats van zone 2) groter aanbod trams/metro voor korte intrastedelijke verplaatsingen. De stijging bij de auto (zowel bestuurder als passagier) is niet significant t.o.v. OVG4.5.
Modal split op basis van aantal kilometer
De auto is met ruim 82% van de verplaatsingskilometer Koning. Het aandeel in de kilometers blijft stijgen, al is de stijging van de kilometers als bestuurder niet significant t.o.v. OVG4.5, als passagier is de stijging wel significant. Dit is voor een stuk te verklaren door de hypothese dat het autogebruik vooral voor recreatief verkeer toeneemt. In het recreatief verkeer zie we veel hogere bezettingsgraden van auto's (lees: meer passagiers) dan voor andere motieven (m.u.v. woon-school).
Een tweede verklaring voor de stijging doorheen de jaren is dat in dit en vorig OVG de vliegreizen (>1.000 km, onder "ander") eruit gehaald werden.
De elektrische fiets zorgt voor meer dan 12% van het totaal aantal fietskilometer (12,27%), terwijl de elektrische fiets voor 6,67% van het aantal verplaatsingen gebruikt wordt. Dat wil zeggen dat de elektrische fiets vooral voor langere afstanden gebruikt wordt. Het is voor ons niet mogelijk uit de cijfers af te leiden of elektrische fietsers zich verder gaan verplaatsen of dat langere verplaatsingen met een gewone fiets nu met een elektrische fiets gedaan worden.
Daarnaast zien we een significante daling van "brom/snorfietser" en "motorrijder/passagier". Ook voor de "trein" is er een significante daling t.o.v. OVG4.5.