Business as usual zal niet resulteren in echte modal shift

11.05.2022

De driejaarlijkse Vooruitzichten van de transportvraag in België tegen 2040 van het Federaal Planbureau vertrekken vanuit Business As Usual: infrastructuur en maatregelen zoals ze vandaag gelden. In die zin zijn de vooruitzichten een call to arms om vandaag iets te veranderen aan het mobiliteitsbeleid. De prognoses zijn gebaseerd op het PLANET-model, een langetermijnmodel om vervoersstromen te genereren op basis van macro-economische en sociodemografische ontwikkelingen.

motieven

Evolutie verplaatsingsmotieven. Bron: Federaal Planbureau

Personenvervoer

De prognose bevestigt de plafonnering van het personenvervoer. Het gemiddelde aantal afgelegde kilometers per persoon in België zal in 2040 (15.001 km/pp per jaar) 1% lager liggen dan in referentiejaar 2019 (15.105 km/pp per jaar), dit bevestigt de aanname van peak travel. De totale vervoersvraag stijgt wel van 172.667 miljoen reizigerskilometers in 2019 naar 183.230 in 2040, door een groeiende bevolking.

We verplaatsen ons minder ver doordat we meer gaan telewerken ten gevolge van de coronacrisis. De vergrijzing en ook de daling van de schoolgaande bevolking speelt ook een rol. De lagere snelheden op het wegennet (in het model opgenomen als een stijging van de gemiddelde gegeneraliseerde transportkosten) verminderen de individuele vraag naar vervoer. 

Het belang van woon-werkverkeer neemt verder af, terwijl verplaatsingen voor boodschappen en vrije tijd toenemen.

modal shift

Evolutie modi. Bron: Federaal Planbureau

De auto blijft het voornaamste vervoermiddel. Het aandeel van de auto in België uitgedrukt in reizigerskilometers daalt van 82,7% naar 82,3% in 2040. Verplaatsingen te voet en met de fiets stijgen met 35,2%, maar blijven op een heel bescheiden 4,1% van de modal split hangen. Bus, tram en metro nemen toe met 8,8% en zorgen voor 4,2% van de reizigerskilometers. Het spoor neemt licht af (-2,8%), vooral als gevolg van de toename van het telewerk.

Telewerken

Door de gezondheidscrisis zijn we meer gaan telewerken. In het referentiescenario gaan 40% van de bedienden gemiddeld 2 dagen per week thuiswerken in 2040. Dit heeft vooral een effect op treinverplaatsingen. Ten eerste is de toename van telewerken vooral van toepassing op jobs in het Brussels Gewest en verplaatst ongeveer de helft van de pendelaars zich met de trein naar daar. Ten tweede komt het profiel van de treingebruikers goed overeen met het profiel van werknemers die kunnen telewerken. 

tonkilometers

Bron: Statbel, INR, Planet 5.0 (Federaal Planbureau)

Goederenvervoer

Het goederenvervoer blijft sterk groeien, aangedreven door de internationale handel, al blijft de druk op de Belgische infrastructuur kleiner dan die van het personenvervoer. De loskoppeling tussen economische activiteit en transport neemt wel toe: het aantal afgelegde tonkilometers per euro bbp daalt met 7%.

Net als bij personenvervoer blijft ook bij goederenvervoer het wegvervoer dominant: een aandeel van 77% in 2040. Het spoorvervoer kent wel een sterke groei: 28% meer tonkilometers tegen 2040.

File

De gemiddelde snelheid op het wegennet daalt, vooral rond de agglomeraties Antwerpen en Gent. Dat is het gevolg van de sterkere stijging van het goederenvervoer en de aanwezigheid van meer goederenvervoer in die regio’s. De beperkte toename van de congestie in de GEN-zone rond Brussel is een gevolg van de groei van het telewerk voor jobs in het Brussels Gewest en door het meer beperkte aandeel goederenvervoer.

Broeikasgasemissies

Bron: Federaal Planbureau

Milieu

De uitstoot van broeikasgassen en lokale polluenten daalt sterk door nieuwe emissienormen en de elektrificatie van het personenwagenpark. De directe broeikasgasemissies liggen in 2040 38% lager dan in 2019, vooral door de vergroening van personenwagens. Concrete maatregelen zoals de elektrische bedrijfswagen (vanaf 2026) en het verbod in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op dieselwagens (2030) en benzinewagens (2035). De verstrenging van de euronormen zorgt voor 80% minder uitstoot van NOx en PM2,5 in 2040 t.o.v. 2019.

In 2040 zou het wagenpark uit 43 % elektrische wagens bestaan, tegenover 33 % benzinewagens en nog slechts 7 % dieselwagens.

Conclusie

Van een modal shift is weinig sprake als we het mobiliteitsbeleid niet substantieel wijzigen. Sterker nog, bijkomende infrastructuur (zoals de Oosterweelverbinding) zal een averechts effect op de voorzichtig positieve evolutie.

Vooruitzichten van de transportvraag in België tegen 2040