Is vrije tijd automobilitijd?
Uit de modal split voor het recreatief verkeer blijkt duidelijk dat de auto een dominante positie inneemt. Meer dan 60% van het aantal verplaatsingen en meer dan 70% van het aantal afgelegde kilometers wordt met de auto afgelegd.
Als we het aantal verplaatsingen onder de loep nemen valt op dat er vaak gestapt en getrapt wordt: ongeveer een derde van de recreatieve verplaatsingen gebeurt te voet of met de fiets. De collectieve vormen van vervoer (bus, tram, metro, trein en autocar) scoren heel laag naar aantal verplaatsingen: nog geen 4%. Koning Auto scoort met meer dan 1/3 als bestuurder en meer dan 1/4 als passagier het sterkst.
Het aantal afgelegde kilometer bevestigt de suprematie van de auto: bijna 38% van de afgelegde afstand gebeurt als autobestuurder en 1/3 van de afstand als autopassagier. Stappen en trappen vertegenwoordigen ongeveer 10% van de kilometers voor recreatief verkeer, ongeveer even veel als de collectieve vormen van vervoer. “Andere” (vermoedelijk hoofdzakelijk vliegen) staat in voor de resterende 10%.
Lichtpuntje is dat recreatief verkeer duidelijk geen solitair gebeuren is: de gemiddelde bezettingsgraad ligt met 2,21 inzittenden per wagen bijna dubbel zo hoog als bij woon-werkverkeer.
Als we de analyse beperken tot korte verplaatsingen (5 kilometer en minder) krijgen we een ander verhaal. Meer dan de helft van de verplaatsingen gebeurt te voet of met de fiets. Collectief vervoer komt er helemaal niet aan te pas (minder dan 2%). Toch scoort ook hier de auto heel sterk met net iets minder dan de helft van de verplaatsingen. Dit is toch wel opvallend, gezien stappen en trappen op deze afstanden vaak een beter en zeker gezonder alternatief vormen.
Voor duurzame vervoermiddelen blijkt het heel moeilijk om te concurreren met de auto. De redenen hiervoor zijn zowel emotioneel als rationeel. Vrije tijd betekent vrijheid, flexibiliteit en ontspanning, wat voor veel mensen niet te rijmen is met het strak omlijnde karakter van het openbaar vervoer (dienstregeling). Ook de status die een aantal mensen aan hun wagen ontlenen is een emotionele factor.
Rationele factoren zijn de kostprijs van het openbaar vervoer, zeker in groepen is de auto vaak voordeliger dan het openbaar vervoer, de ligging van recreatieve voorzieningen die soms moeilijk bereikbaar zijn met het openbaar vervoer of het tijdstip van de verplaatsing op een moment dat er geen aanbod is.