Genderongelijkheid cruciaal probleem voor openbaar vervoer en deelmobiliteit
Het openbaar vervoer is niet altijd goed aangepast aan de specifieke behoeften van vrouwen en vrouwen hebben niet altijd gelijke toegang tot nieuwe gedeelde mobiliteitsoplossingen. Dat is de conclusie uit een onderzoek van Mpact naar genderongelijkheid op het openbaar vervoer en bij deelmobiliteit.
Hoewel het onderzoek naar de link tussen gender en mobiliteit nog jong is, tonen steeds meer studies aan dat vrouwen minder gebruik maken van micro mobiliteit (e-steps, deelfietsen) dan mannen, zich onveiliger voelen op het openbaar vervoer en ondervertegenwoordigd zijn in de mobiliteitssector. Naast vervoersarmoede, veiligheidsrisico’s en uitstoot is genderongelijkheid dus één van de grote uitdagingen voor ons mobiliteitssysteem.
De onderzoekers stelden vast dat deze verschillen het meest uitgesproken zijn bij nieuwere vormen van gedeelde mobiliteit, zoals micromobiliteit (bijvoorbeeld deelsteps). Ze brachten ook door middel van een literatuurstudie verschillende barrières in kaart waarmee vrouwen worden geconfronteerd bij het gebruik van deelmobiliteit (of wanneer ze van plan zijn dit te gebruiken). Ze focusten daarbij op vier onderwerpen, namelijk: het bestaande aanbod, digitalisering, ongewenst gedrag en (het gevoel van) onveiligheid en vrouwelijke tewerkstelling in transport en mobiliteit. Ze geven in de studie ook voorbeelden van maatregelen die de toegankelijkheid en het gebruiksgemak van het openbaar vervoer en gedeelde mobiliteit voor vrouwen kunnen verhogen.
Komt ook aan bod: een enquête onder Belgische universiteits- en hogeschoolstudenten over hun gebruik van openbaar vervoer en deelmobiliteit, de uitdagingen waarmee ze worden geconfronteerd, en de oplossingen die ze ondersteunen om gendergelijkheid in gedeelde mobiliteit te vergroten.
Het SMEP - Shared Mobility Equity Principles - project kreeg financiële steun van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Je kan de studie hier lezen.