Mobiliteitsknooppunten als hefboom voor duurzame mobiliteit

30.01.2024

Vlaanderen is een erg versnipperde regio. De vele perifeer gelegen (niet in het centrum van de gemeente) ruimtelijke ontwikkelingen zoals verkavelingswijken en bedrijventerreinen zorgen ervoor dat we afhankelijk zijn van individueel gemotoriseerd transport voor onze verplaatsingen. De dominantie van de auto houdt ontwikkelingen in perifere gebieden mogelijk, waardoor we in een vicieuze cirkel belanden. Die vicieuze cirkel brengt veel nadelen mee zoals verkeersongevallen, file, geluidsoverlast, slechtere luchtkwaliteit en een sterke afhankelijkheid van de auto. Urban sprawl, de Engelse benaming voor het fenomeen, brengt heel wat extra kosten voor de maatschappij met zich mee.

Naar aanleiding van de studiedag ruimte en mobiliteit publiceren we een aantal artikels over het thema “ruimte en mobiliteit”. Dit artikel is gebaseerd op de sessie knopen

Transit Oriented Development als houvast 


Transit Oriented Development (TOD) is een planningsfilosofie waarin duurzame ruimtelijke ontwikkelingen gebaseerd zijn op een mix van residentiële en commerciële functies in de nabijheid van een knooppunt van openbaar vervoer.

Beleidsvisies zoals het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en instrumenten zoals de Mobiscore leggen de link tussen ruimtelijke ordening en mobiliteitsuitdagingen. In de praktijk blijkt er weinig politieke moed om gedurfde oplossingen te realiseren.
 

Illustratie openbaarvervoernetwerk als ruimtelijke ruggengraat

Bron: Departement Omgeving - uit de voorbereiding Beleidsplan Ruimte Vlaanderen

Het knoop-plaatsmodel is een instrument om het ontwikkelingspotentieel voor stationsomgevingen in kaart te brengen. In het model zijn de (trein)stations knopen in de vervoersnetwerken van openbaar vervoer, fiets en zelfs de auto. Tegelijkertijd zijn het ook plaatsen in stedelijke omgevingen. Bij de toepassing van het model op Vlaanderen bleek dat het ontbreken van een geïntegreerde aanpak van ruimtelijke planning en mobiliteit resulteert in een gefragmenteerde aanpak. Waarmee we willen zeggen dat ruimtelijke ordening en mobiliteit beter afgestemd moeten worden op elkaar en dat één minister voor beide bevoegd zou moeten zijn. Daarnaast is het geen goed idee om de trein, de ruggengraat van het openbaar vervoer, op een ander niveau te beslissen dan de rest van het openbaar vervoer en de ruimtelijke ontwikkelingen.

 

Hoppinpunten, het fysieke anker van basisbereikbaarheid 

Voorbeeld hoppinpunt

Bron: Departement Mobiliteit en Openbare Werken 

Binnen het concept basisbereikbaarheid werden de Hoppinpunten gelanceerd. Een Hoppinpunt is een punt waar verschillende vervoermiddelen samenkomen en op elkaar zijn afgestemd. Je start er je reis of stapt er vlot over van het ene op het andere vervoermiddel, zoals de trein, tram, bus en deelsystemen (fiets, auto of step). Dat betekent ook dat je er altijd een fietsenstalling zult vinden. De 15 Regionale Mobiliteitsplannen voorzien voor Vlaanderen zo’n 2.100 Hoppinpunten.  

Naast mobiliteitsdiensten kun je op Hoppinpunten ook heel wat andere diensten organiseren, zoals een pakjesautomaat, bagagelockers of een fietsherstelzuil. Daarnaast is het Hoppinpunt een geschikte locatie voor gemeentelijke diensten, een horecazaak of een voedingswinkel. Om de Hoppinpunten volwaardig in te vullen is een aantrekkelijke inrichting van de openbare ruimte in de onmiddellijke omgeving aangewezen. Die aantrekkelijke inrichting houdt rekening met criteria op gebied van bereikbaarheid, verkeersveiligheid, toegankelijkheid, sociale veiligheid en, niet te onderschatten, verblijfskwaliteit. 

Meer dan enkel een mobiliteitsknoop

Mobiliteitshubs als stations en Hoppinpunten vervullen meer functies dan enkel een mobiliteitsknooppunt.
In eerste instantie zijn het vaak de visitekaartjes van een gemeente: het is vaak het eerste wat de mensen te zien krijgen.

In binnen- en buitenland zien we dat stations steeds vaker meerdere rollen opnemen. In het stationsgebouw wordt een brasserie of café geopend. Grotere stations krijgen een bijkomende invulling als een hotspot voor tewerkstelling en coworking.

Door voldoende dichtheid van bewoning en voorzieningen (Density), een mix van functies (Diversity) en een aangename inrichting (Design) kunnen mobiliteitsknooppunten een rol opnemen in het realiseren van een duurzame mobiliteit.